maandag 28 maart 2016

Internationalisering

Internationalisering


Berlijn
De eerste 10 minuten ging het al mis


Afgelopen Oktober ben ik samen met een klein deel van de vierde klas naar Berlijn geweest. We verbleven daar vier dagen. In die vier dagen hebben we veel leuks gedaan en gezien. Ook hebben we natuurlijk veel opgestoken over het verleden van Berlijn en Berlijn in de tijd van de oorlog.

Toen we de eerste dag in Berlijn waren, was het weer nog prima, maar de dagen erna werd het slechter. Zonder paraplu rondlopen gebeurde niet zo vaak. Door het slechte weer zag de stad er nogal somber uit, maar de sfeer in de groep was goed. We verbleven vier dagen in een hostel vlak bij het centrum van de stad. In die vier dagen hebben we onze tijd goed gevuld met veel leuke activiteiten. We hebben veel monumenten bezocht, bijvoorbeeld de Berliner Dom, Holocaust Mahnmal, en nog verschillende andere musea. Los daarvan kregen we ook vrije tijd om te shoppen of ergens te gaan eten. Door de grote hoeveelheid activiteiten sliepen we vaak pas laat en we moesten 's ochtends vroeg opstaan, wat wel een minpuntje was.

Een komisch moment
Het grappigste wat we meemaakten was toen we net aan waren gekomen op het station in Berlijn. Het ging al gelijk mis. We wilden de trein naar ons hostel pakken, dus we liepen met z'n allen naar het perron toe, waar de trein al stond. Iemand uit de groep stapte er in en de rest moest nog volgen. Plots deed de machinist de deuren dicht, terwijl iemand van ons al in de trein stond en er dus niet meer uit kon komen. Hij legde zijn hand nog op het raam en weg reed de trein. Er was even stress, maar we konden hem bereiken en hij is later weer bij ons in de trein ingestapt. Het liep dus goed af!

Eten om van te smikkelen
Één avond aten we in het restaurantje naast ons hostel, waar we ook elke ochtend ontbeten. We hadden niet hele hoge verwachtingen, maar zo slecht als het eten was, hadden we het niet verwacht. We hadden één keuze, namelijk spaghetti, die half ongaar was en een substantie had van ik weet niet wat. Het was echt niet te eten, vooral niet met de saus die erbij kwam. Nadat we wat met ons eten hadden geklooid, kregen we ook nog eens de slappe lach. Dat was wel het toppunt van de avond.
Het toetje was overigens best lekker, dus daar hebben we onze buik nog wel mee kunnen vullen voordat we weer terug naar het hostel gingen.


De reis is goed afgelopen, er is niemand achter gebleven in een trein, en volgens mij heeft iedereen er van genoten (behalve van de spaghetti dan). Berlijn is een leuke stad en als ik er ooit nog eens heen ga hoop ik wel dat de zon schijnt, want van de regen werd ik zeker niet blij. Het hostel waar we zaten was ook prima, dus al met al was het een aardig schoolreisje!







zondag 13 maart 2016

Reactie op een forum

Een juiste stimulatie

Reactie op een artikel van Martin Slagter uit de Volkskrant van 22 maart 2012.

Volgens Martin is er onder de jongeren in Nederland een gebrek aan schriftelijke taalvaardigheid. In het onderwijs zou er niet genoeg aandacht aan besteed worden, waardoor jongeren een achterstand krijgen. Ook zouden de kinderen niet kunnen streven naar een goede taalvaardigheid.

Momenteel is er in het onderwijs inderdaad veel aandacht voor spreekvaardigheid. De mensen in het onderwijs hebben in gezien dat dat tegenwoordig ook belangrijk is, maar dat moet natuurlijk niet ten koste gaan van de leesvaardigheid. Volgens mij zou het goed zijn als het onderwijs zich gaat specialiseren, door meer lesuren te besteden aan grammatica, spellen, lezen en schrijven, en daarbij spreekvaardigheid ook aan bod blijft.

Maar het probleem ligt denk ik niet alleen bij de scholen. Kinderen hebben tegenwoordig meer aandacht voor social media en andere dingen die ze in hun vrije tijd kunnen doen. Ze hebben geen zin om te lezen of leren. Een kind kan altijd naar iets streven, daar moet gewoonweg de juiste stimulatie voor gevonden worden. Het vinden van deze stimulatie is niet onmogelijk. Ze moeten inzien dat het belangrijk is om te leren. 
Ouders zouden hier ook bij kunnen helpen door hun kinderen iets meer de boeken in te sturen. Niet overmatig natuurlijk, maar op zo'n manier, dat ze genoeg leeskennis ontwikkelen en dat het lezen ook leuk voor ze blijft. 

Het blijft echter toch altijd zo, al is de goede stimulans gevonden, een kind heeft uiteindelijk alles zelf in handen.